Workshop fotografie met je smartphone
door Gabry Zijlstra www.huisstijlvoorjou.nl | www.fotoshootmetjehond.nl
Bedankt voor het volgen van deze workshop. Hieronder staan alle tips die tijdens ‘Linn’s Picture Perfect’ aanbod kwamen.
Let op, elke smartphone is net weer een beetje anders. Kom je er niet uit? Google is your best friend ❤️ . Zoek op Google naar de functie in combinatie met jouw smartphone merk en besturingssysteem.
Nog een leuke tip: op Instagram vind je dit leuke account iPhone photography school en op YouTube kun je zoeken op smartphone photography tips and tricks.
1. Ontgrendelen van je camera
Je camera snel ontgrendelen kan heel handig zijn. Sommigen momenten gaan zo snel dat je vaak te laat bent om ze te fotograferen.
De meeste smartphones hebben een snelontgrendeling voor de camera. Daarmee kun je de camera direct starten vanaf het vergrendelscherm.
iPhone: swipe van rechts naar links. Bij sommige smartphones werkt dit via dubbelklikken op de thuisknop of tikken op het camera-icoontje.
Android: Veel Android-apparaten hebben een camera snelkoppeling direct op het startscherm. Je kan rechtstreeks naar de camera starten zonder het apparaat volledig te ontgrendelen.
Opdracht:
Kijk eens hoe jij op jouw smartphone de camera app snel ontgrendeld.
2. Maak je lens schoon
Je smartphone zit vaak in je jas of broekzak en daardoor worden de lenzen van je camera snel vies.
Maak altijd eerst de lens schoon om vetvlekken en kruimels weg te halen. Scherpe foto’s krijg je om te beginnen met een schone lens.
Let erop dat je tijdens het schoonmaken de lens niet beschadigt door een net aanwezig zandkorreltje bijvoorbeeld. Het lijkt zo logisch hè, maar negen op de tien personen vergeet dit te doen voordat ze een foto maken.
Opdracht:
Kijk even hoe vies jouw lens is en maak hem voorzichtig schoon.
3. De flitser uitzetten
De flitser van je smartphone is zwak en kan maar een klein deel van je foto belichten. Daarom heb je deze eigenlijk niet nodig.
iPhone & Android: Open de app Camera. Tik op het icoon van de bliksemschicht. Selecteer de gewenste stand: bliksemschicht met streep erdoor betekent geen flits. Bliksemschicht met de letter A (automatisch) ernaast betekent dat de telefoon alleen flitst als het toestel vindt dat er te weinig licht is.
Opdracht:
Kijk of je de flitser aan- en uit kan zetten. Meestal zit er ook een automatische stand op. Dan kiest de flitser zelf of het nodig is om te flitsen. Voor overdag heb je geen flitser nodig. Voor nu zetten we hem uit.
4. Volg de 'regel van derden'
De theorie zegt dat door het plaatsen van aandachtspunten op de snijpunten van de lijnen, of langs de lijnen, je foto evenwichtiger en interessanter wordt. Je zet het raster aan zodat je in de gaten kunt houden of de lijnen in je foto recht lopen (denk aan horizon of gebouwen).
iPhone: open de app “Instellingen”. Scrol omlaag en tik op “Camera” Tik op de schakelaar naast ‘Raster’ om het in te schakelen.
Android: Open je camera app en ga naar instellingen en kies voor raster aan.
Opdracht:
Zet het raster aan op je camera. Maak hierna een foto van elkaar en zorg met het raster dat de horizon recht is en dat de horizon niet door de ander zijn of haar hoofd loopt.
5. Bepaal het scherpstelpunt
Je smartphone camera stelt automatisch scherp, meestal op het dichtstbijzijnde onderwerp. Je kunt ook zelf bepalen waar je de camera op scherp stelt. Tik op het scherm. Je ziet nu een vierkantje of rondje in beeld verschijnen. Dat is je scherpstelpunt. Wacht niet te lang met afdrukken. Als je het vierkantje of rondje lang ingedrukt houdt dan wordt het scherpstelpunt vastgezet.
Opdracht:
Open je camera app, maak verschillende foto’s met verschillende scherpstelpunten en kijk of je verschil ziet. Het verschil zie je vaak het beste als het onderwerp dichtbij is.
6. De belichting aanpassen
De belichting kan je aanpassen door het volgende te doen: nadat je op het scherm hebt getikt, zie je een zonnetje naast het scherpstelkader of er verschijnt ergens een schuifbalkje in beeld. Door hierover te vegen, pas je de belichting aan totdat de foto de gewenste helderheid heeft.
Opdracht:
Maak drie foto’s van een persoon. Een met de belichting heel donker, een met een hele lichte belichting en de laatste zoals jij hem mooi vindt.
7. De omgeving
Als je iets of iemand gaat fotograferen dan is het erg belangrijk om op de achtergrond te letten. Voor een drukke achtergrond valt een persoon snel weg en het leidt af.
Kies liever voor een rustige achtergrond. En kijk ook of er geen storende elementen zijn. Zoals een lantaarnpaal of vuilnisbak of andere mensen.
We staan hier op een heel mooi weiland, maar ook hier kun je kiezen voor een drukke achtergrond of een rustige achtergrond.
Opdracht:
Maak een foto van een persoon met een drukke achtergrond.
Maak daarna een foto met een achtergrond die verder weg ligt. Kijk wat het met de achtergrond doet. Welke foto is rustiger en welke foto vind jij mooier?
8. Fotograferen vanuit verschillende hoeken
De meeste foto’s die we maken zijn recht van voren of van boven. Maar die zijn vaak niet zo interessant.
Vooral bij kinderen en dieren. Op die manier krijgen we misschien een aantal goede foto’s, maar om een ‘geweldige’ foto van je kind of dier te maken, moet je je verlagen tot hun niveau en de wereld fotograferen zoals zij het zien. Je foto’s worden automatisch interessanter als je de wereld vanuit het perspectief van je object of persoon laat zien.
Opdracht:
Maak een paar foto’s van een persoon. Experimenteer met verschillende camerastandpunten en composities. Ga op je knieën zitten, lig op de grond, houd de camera op ooghoogte van je maatje of fotografeer vanuit hun gezichtspunt.
9. Zoom in met je voeten, niet met je camera
Probeer de zoom op je smartphone camera te vermijden. Als je iets van dichterbij wilt fotograferen, loop er dan naar toe. Je foto verliest aan kwaliteit wanneer je de zoominstelling op de camera gebruikt, wat resulteert in een beeld dat korreliger en korreliger is. Om je beeldkwaliteit zo hoog mogelijk te houden, gebruik je je voeten, niet je telefoon om in te zoomen.
Opdracht:
Maak twee dezelfde foto’s van een persoon. Eentje met de zoom functie en eentje door dichterbij te gaan staan. En kijk wat het verschil aan kwaliteit is tussen de foto’s.
10. Waar ga je staan
Vaak hoor je dat je niet tegen de zon in moet fotograferen. Maar dat is helemaal afhankelijk van wat jij mooi vindt en wat je gaat fotograferen.
Zelf maak ik eigenlijk altijd een foto met de zon schuin achter de hond en de mensen. Zo hebben ze geen last van de zon en het geeft zo’n mooie gloed in ieder zijn/haar haren.
Opdracht:
Maak verschillende foto’s van een persoon. Met de zon achter jezelf en met de zon achter de persoon. En een foto van de persoon in de schaduw. Op deze manier kun je zien wat het verschil is.
11. Portret functie
De nieuwste smartphones hebben tegenwoordig ook een portret functie. Dit is super gaaf want met deze functie kun je een foto krijgen zoals een foto gemaakt met een spiegelreflex. Met een wazige achtergrond. Je kan met deze functie zelfs het diafragma aanpassen.
Opdracht:
Open je camera app en kijk of je de portret functie hebt op je camera. Maak een paar portretfoto’s van een persoon met deze functie en zonder deze functie en bekijk wat het verschil is. Een selfie maken met de potretfunctie is ook heel leuk!
Let op! Zelf het scherpstelpunt kiezen is heel belangrijk met de portret functie. En kies ook eens voor een ander diafragma.
12. Actie foto’s!
De burst-modus is vooral handig voor het maken van actiefoto’s. Spelende kinderen, sporten- de mensen of leuke dieren zijn allemaal lastig te fotograferen. De foto moet precies op het juiste moment gemaakt worden, anders is hij bewogen of staat het onderwerp er niet mooi op. Door- dat met de burst-modus veel foto’s achter elkaar worden gemaakt, is de kans op die ene mooie foto veel groter.
iPhone: Sleep de sluiterknop naar links.
Android: Sleep de sluiterknop naar beneden.
Een teller geeft aan hoeveel foto’s u maakt. Laat de sluiterknop los om te stoppen met het maken van foto’s.
Opdracht: Laat een persoon in de lucht springen en maak een burst foto. Op deze manier heb je grote kans dat er een hele gave foto tussen zit.
13. De beste actie foto uitzoeken
Hoe kun je nu de beste foto uitzoeken?
Ga naar je galerij app en zoek de foto op die je net hebt gemaakt.
iPhone: onder de foto staat selecteer. Nu kan je door de foto’s scrollen en de beste uitzoeken. Geef deze een vinkje en klik op gereed.
Android: links onderin staat het aantal foto’s die je hebt gemaakt. Klik hier op en kies de foto uit die je wilt gebruiken.
14. filters
Het is ook gaaf om bv zwart wit foto’s te maken of foto’s met een vintage look. Hier gebruik je filters voor.
iPhone: Klik boven in het midden op het pijltje en kies daarna helemaal rechts de 3 rondjes. Hier scrol je door de verschillende filters heen. Noir is voor zwart wit.
Android: Klik rechts boven in op het toverstafje. Hier scrol je door de verschillende
filters heen. Noir is voor zwart wit.
Opdracht:
Open je camera app en en voordat je een foto maakt kies je een filter. Ook hier kan je weer spelen met de belichting.
15. Panorama foto maken
Ik denk dat de meeste wel weten hoe je een panorama foto maakt. Maar wist je dat je een panorama foto ook staand kan maken? Super leuk als je bv in een oud kerk gebouw ben.
Opdracht:
Open je camera app en kijk of je de panorama functie hebt op je camera. Zo ja. Maak staande panorama foto van een persoon met lekker veel lucht.
16. Zelfontspanner
De zelfontspanner is vooral handig als je samen een selfie maakt.
iPhone: Open de camera app, klik de selfie knop aan. Klik in het midden op het pijltje in het midden en klik op het klokje en kies 3 of 10 seconden.
Android: Open de camera app, klik de selfie knop aan. Klik bovenin op het klokje en kies voor 5 of 10 seconden
Opdracht:
Open je camera app en voordat je samen een selfie maakt zet je de zelf ontspanner op 10 seconden.
